Binnen een half jaar vergaapten maar liefst vijf miljoen mensen zich aan Horn of Plenty; het kleurrijke kunstwerk aan de binnenzijde van De Markthal werd een icoon voor Rotterdam. Het was tegelijk ook het kunstwerk waarmee Arno Coenen en Iris Roskam voor de dag kwamen als duo. Een visioen in hun achtertuin in Klaaswaal leidde tot het meesterstuk dat met 11.000 m2 tot de meest omvangrijke kunstwerken ter wereld wordt gerekend. Een gesprek over het project dat niet zonder slag of stoot van de grond kwam.

Hoe zijn jullie bij elkaar gekomen?

Arno: We hebben elkaar leren kennen als collega-kunstenaars maar na verloop van tijd kregen we verkering.

Iris: Eigenlijk werken we vanaf het begin al samen. Ik stond al heel snel beelden te kleien voor zijn tentoonstellingen.

A: Mijn tegeltableau Oud-West, Thuis Best [2007, nu opgenomen in de collectie van het Rijksmuseum in Amsterdam] was er nooit gekomen als ik niet via Iris had gezien wat er allemaal mogelijk was met keramiek. Zij heeft zelfs een deel van het ontwerp in de computer uitgevoerd.

I: Nu we samenwonen en kinderen hebben is het een totale symbiose. Arno kan goed overleggen met alle betrokken partijen en ik onthoud alles. Maar de ideeën verzinnen we samen, meestal ’s avonds in de tuin, dan valt alles op zijn plaats.

Hoe kwamen jullie op het idee?

I: Ik heb lang in Rotterdam gewoond en ik hoor al 15 jaar op de radio over dit plan. Zo’n overdekte hal als in Barcelona, dat leek me altijd al geweldig.

A: Toen duidelijk werd dat er kunst op het plafond van de Markthal moest komen werden er al snel vergelijkingen getrokken met de plafondschildering van de Sixtijnse kapel. God speelt daarin de centrale rol. In plaats daarvan hebben wij de zon in het midden gezet.

I: Dankzij de zon is hier leven. Omdat onze planeet precies op de juiste afstand staat is het hier niet te koud of te warm. Hoe wij op die unieke plek in het universum beland zijn, dát is eigenlijk ons scheppingsverhaal.

A: We keken in die tijd veel naar programma’s over het universum, met kosmologen als Stephen Hawking en Neil DeGrasse Tyson. Zij zijn in feite de hogepriesters van onze tijd.

I: Ze praten ook zo.

A: Het kunstwerk wekt de illusie dat je door het dak kan kijken, naar de lucht, met gebouwen in de verte. Dat was het idee van architect Winy Maas. En de zon is als een hoorn des overvloeds, van waaruit groente, fruit, vis en vlees op de aarde neerdalen. Dat was mijn idee. Vandaar ook de titel Horn of Plenty. Maar het basisidee, dat je als nietig mens tussen gigantische planten en insecten staat, komt van Iris.

I: Ik heb het weer uit de literatuur, uit Alice in wonderland en Erik, of het klein insectenboek. Verder hebben we goed op de concurrentie gelet. In de schetsfase waren we in competitie met 10 kunstenaars, en niet de minsten. Mensen die heel goed met kleur werken bijvoorbeeld. Daarom hebben ook gekozen voor zo’n kleurrijke achtergrond. Het kwartje viel toen we met schemer naar huis reden en de lucht rondom ons zowel paars, turquoise, rood als oranje kleurde. Dat wilden we ook in het kunstwerk.

Hoe is het kunstwerk tot stand gekomen?

A: Het digitale ontwerp is uitgewerkt door 3D-specialisten. Al in een vroeg stadium hebben we Michiel van Iperen erbij betrokken, die heel goed is in vormgeving van organische objecten en die de kar heeft getrokken. Frank aan de Stegge heeft zich gericht op de architectonische details en heeft gecommuniceerd met de zogenaamde ‘renderfarm’ van Pixar in Nieuw-Zeeland. Alleen daar hebben ze de capaciteit om zo’n complex digitaal beeld met zoveel lagen te realiseren.

I: Dat kun je niet zomaar even in Photoshop doen. Bovendien wilden we allerlei lichteffecten toepassen. We wisten dat het mogelijk was om zonlicht door groente en fruit te laten schijnen, bijvoorbeeld door de druiven. Dat is iets wat je in eerste instantie niet bewust ziet, maar wel voelt. Met fotografie is het heel lastig om voor elkaar te krijgen, maar met 3D-techniek ziet het er prachtig uit. Bijna nog magischer dan in het echt.

A: Voor de lichteffecten vroegen we Dustin Kershaw, specialist op het gebied van after-effects. En we hebben fotograaf Frank Hanswijk erbij betrokken. Met zijn productfoto’s hebben we het kunstwerk aangevuld. De uiteindelijke afbeelding is afgedrukt op 4500 aluminium platen, krasvast en UV-bestendig. Dat was niet eerder gedaan op deze schaal.

I: Toen ik die platen voor het eerst zag schrok ik wel even. Ze zitten vol gaatjes vanwege de akoestiek en er zit 5 cm voeg tussen elke plaat. Bovendien zitten er ramen in het plafond van de Markthal. Maar van een afstand stoort dat niet en zie je gewoon een bloem of een vlinder.

Wat vonden jullie de leukste reacties?

I: Ik sprak iemand die een kraam in de Markthal had genomen vanwege het kunstwerk. Dat is natuurlijk een eer. En om al die mensen die voor het eerst langskwamen te zien kijken, dat was eigenlijk het leukst.

A: Het was bijna idioot, alleen maar ‘thumbs up’. Maar de mooiste reactie die ik hoorde was eigenlijk negatief bedoeld, van een man die het had over een ‘psychedelische psychose’. Dat vond ik eigenlijk wel een compliment. Het klinkt in ieder geval niet slap. En bij de Dutch Design Awards omschrijven ze het als een ‘extravagante impressie’, daar ben ik ook erg blij mee.