Amsterdam Oersoep in de Beurspassage:
Arno Coenen, Iris Roskam en Hans van Bentem over hun ‘gesamtkunstwerk’

Het Damrak, het oudste stukje Amsterdam, is een kroonjuweel rijker. Arno, Iris en Hans vertellen over hun opvallende interieur van de Beurspassage, waarin alles draait om de mysterieuze kracht van het grachtenwater, oftewel Amsterdam Oersoep.

De Beurspassage aan het Damrak, de ooit zo onopvallende doorgang tussen twee van de drukste straten van Amsterdam, wordt omgetoverd tot een absolute blikvanger. Het ontwerp komt van drie kunstenaars: Arno Coenen en Iris Roskam, bekend van de Markthal in Rotterdam, en Hans van Bentem, internationaal geroemd om zijn fantasierijke kroonluchters. Een gesprek over hun ‘gesamtkunstwerk’.

Hebben jullie vaker samengewerkt?

Hans: Dit is voor het eerst dat we met z’n drieën samenwerken aan één kunstwerk, maar we kennen elkaar al jaren. Ik heb Iris ontmoet toen zij als glasblazer werkte in Leerdam. Als beeldhouwer was ik al een tijd gefascineerd door glas en had ik ervaring met glasateliers in Tsjechië. Met Iris klikte het meteen en we hadden al snel samen een tentoonstelling.
Iris: Ik heb Arno weer leren kennen via Hans. Arno vroeg mij meteen om werk van hem in keramiek uit te voeren.
Arno: Dat Iris en ik verkering zouden krijgen, daar was geen ontkomen aan. Bovendien vonden we elkaars kunst leuk. Ik had computerkunst gestudeerd, maar dat vond ik een erg vluchtig medium. Door computerbeelden uit te voeren in mozaïek kwam ik in aanraking met ambacht, materialiteit, met glas en steen. En daar waren Hans en Iris nou juist mee bezig.
H: In zekere zin ben ik een materialist. Ik word op ideeën gebracht door materialen en mogelijkheden. Als ik iets nieuws zie word ik heel hebberig en wil ik het toepassen, maar hoe? Dat valt altijd vanzelf op zijn plek. Voor deze opdracht maak ik bijvoorbeeld wandlampen van driedimensionaal glas-in-lood, met die techniek ben ik al een paar jaar bezig. Dat soort lampen zie je ook op Amsterdamse grachtenpanden, dus het past hier heel goed.

Hoe kregen jullie deze opdracht?

H: De vorm van de passage, in principe een tunnel en een rij kroonluchters, was in grote lijnen bepaald door de architect. In eerste instantie wilde men alleen kunst hebben op de blinde muur recht tegenover de etalages, maar wij wilden ook iets verzinnen voor de kroonluchters en het plafond. Het uitgangspunt was dat ik de kroonluchters zou maken en Arno een mozaïek voor het plafond. Iris zou gedecoreerde wandspiegels ontwerpen. Spiegels op een blinde muur zijn ideaal om een smalle ruimte groter te laten lijken, dat zie je ook vaak in grachtenpanden. Maar wie wat gedaan heeft is nu niet meer zo belangrijk, het is één grote mix geworden.
I: Let vooral ook op de tegelwanden tussen de spiegels en tussen de etalages, daar komt het allemaal samen, de kleuren en de vormen. We dachten eerst dat die tegels wit moesten blijven, maar toen de architect onze schets zag zei hij: ‘wauw, doe alles maar!’. Zelfs de terrazzovloer hebben we helemaal ontworpen, in samenhang met de andere elementen.
H: Het was altijd al een droom om zo’n grote vloer te maken waar gigantisch veel mensen overheen lopen. We hebben over het algemeen gekozen voor duurzame, beproefde materialen, zoals glasmozaïek, tegels en glas-in-lood, waarvan we uit het verre verleden weten dat ze een lange levensduur hebben. In die zin doen we een gooi naar de eeuwigheid.

Wat is het idee achter het kunstwerk?

I: Het moest een echte toeristische attractie worden, dus wij wilden iets waarin heel veel te zien is, waar heel veel gebeurt en waarbij je echt even stil moet staan om het allemaal op je in te laten werken. Wat je bij art deco en rococo ook hebt, dat het een tijdje duurt voordat je dingen gaat ontwaren. Dat wil ik eigenlijk altijd, zo ziet ons huis eruit en zo wil ik de hele wereld wel maken. Mijn katholieke oma had een huis dat ramvol stond met antiek, daar voelde ik me echt thuis.
A: We hadden verschillende voorbeelden, de oude metrostations van Moskou bijvoorbeeld, dat zijn echte volkspaleizen. Het tunnelvormige plafond deed ons denken aan het Oceanium in Blijdorp, waar je onder water loopt en vissen door glas ziet. Hoe zou dat zijn in de Amsterdamse grachten? Dan zie je waarschijnlijk ook wel een paar fietsen liggen. Door het mozaïek lijkt het nu alsof je op de bodem van de gracht loopt, en de kroonluchters zijn gemaakt van fietsonderdelen.
I: De spiegels zijn in feite drie drieluiken, die samen een beeldverhaal vormen. Dat verhaal wordt onafhankelijk van taal verteld, in een soort hiëroglyfen. Het volgt de theorie van het water als oorsprong van leven op aarde. Kort gezegd stort er een komeet met ijs neer, waaruit allerlei deeltjes op de aardbodem belanden en waardoor er nieuw leven ontstaat. Al die onderdelen van het verhaal komen terug op andere plekken in het kunstwerk.
A: Er moest net als in Lourdes een soort waterpunt komen. Amsterdam staat overal bekend als een bijzondere stad, een vrijhaven waar alles kan en waar veel creativiteit rondwaart. Het is niet onwaarschijnlijk dat Rembrandt hier in de gracht stond te pissen. Wat voor deeltjes komen er allemaal samen in dat water? Dat is het idee van het water in de passage, dat we omgedoopt hebben tot Amsterdam Oersoep.

De ambachtelijke bedrijven die meewerkten aan de Beurspassage:
– Zuliani (kunst en terrazzo) : terrazzovloer
– Zuliani i.s.m. Bisazza (glasmozaïek) : mozaïek op het plafond
– Wilwy (metaal) : kroonluchters
– Kolektiv (glas, Tsjechië) : glas-in-lood wandlampen
– Van Tetterode (glas, Amsterdam) : spiegels
– Solke Pasveer (maatwerktegels) : tegels
– Ulrike Brandi (lichtontwerp) : lichtplan, extra verlichting